Geplaatst op 19 december 2014
Leestijd: 4 min
Een dag uit het leven van een stageadviseur…Het Dordtse Doolhof
November 2014 -Jan Roosen
Het leek het stagebureau van het NTI een goed idee om mij op stagebezoek te sturen naar Dordrecht, ook wel Dordt genoemd.
Daar was ik het mee eens, want tussen de Oude Maas, de Merwede en de Dordtse Kil ligt een stad die zich de oudste van Holland mag noemen, een interessant reisdoel derhalve. Reeds rond het jaartal 1100 wordt er melding gemaakt van het riviertje de Thure waaraan de nederzetting Thuredrith zou liggen, dat in 1220 stadsrechten kreeg.
Om de dichter C. Buddingh (1918-1985) te citeren:
Hier op dit eiland,
dat sinds lang geen eiland meer is,
drie bruggen, twee tunnels,
heb ik alles zien afspelen
wat zich op aarde maar afspelen kan.
In dit kleine pannekoekplatte driehoekje,
Tussen Willemsdorp, kop van ’t Land en Groothoofd.
Dit roept natuurlijk meteen een groot verlangen op naar Dordt en mevrouw Roosen wilde mij graag vergezellen. Onderweg namen we onze geschiedenislessen nog eens door over de betekenis van de stad door de eeuwen heen.
Over de Eerste Nationale Synode die in 1618 hier werd gehouden en liefst negen maanden duurde, waarbij de vraag centraal stond of het lot van de mens al bij geboorte vastligt, of dat deze zogenaamde predestinatieleer wellicht wat soepeler kan worden opgevat, hetgeen ruimte bood tot de voor die tijd ongekende twijfel aan de almacht van God. Stad ook van de gebroeders Johan en Cornelis de Witt.Tijdens het Eerste Stadhouderloos Tijdperk (1650-1672) was Johan raadspensionaris ofwel de hoogste bestuurder van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Helaas zijn de broers in 1672 gruwelijk aan hun einde gekomen.
MijnWel een stagiaire met aparte humor dachten we aanvankelijk nog, maar als zij straks geen goed verhaal heeft kost dit haar een half punt wegens misleiding van haar stageadviseur…
Gelukkig meldde Tom ons dat het nog maar 100 meter rijden was voordat ons doel bereikt zou zijn. En toen hield plotseling de weg op, we konden niet verder…. We stonden voor een wegversperring en keken uit op een metershoge dijk, waarachter zich waarschijnlijk de Oude Maas bevond.
Dat wordt nu al een punt aftrek voor de stagiaire dacht ik grimmig.
Navraag bij het eerste de beste bedrijf dat we tegenkwamen leerde ons dat de weg al een jaar afgesloten was. “U zult helemaal moeten omrijden “, zei de niet onvriendelijke man, onderwijl zijn betoog kracht bijzettend door onophoudelijk met een zware voorhamer op stalen platen te slaan. Tsja, hier wordt blijkbaar noest gearbeid, het werk moet doorgaan!
Eenmaal aangekomen op de plaats van bestemming werden wij hartelijk welkom geheten door de receptioniste, die ons een cappuccino serveerde waar menig interessant goochelende barista een voorbeeld aan kan nemen. De stagiaire ging mij voor de trappen op naar de kamer waar het gesprek gehouden zou worden.
Dit bleek niet minder dan de directiekamer te zijn, het NTI wordt dus op waarde geschat , zo stelde ik vast! Vervolgens ontvouwde zich voor mijn ogen een panoramisch uitzicht van ongekende schoonheid. Ik keek namelijk uit op het punt waar de Merwede overging in de Oude Maas.
Ik vroeg mij af of er nog gewerkt zou worden bij zo’n uitzicht met al dat botenverkeer vlak voor de deur. Ik werd gerustgesteld door een aantal personeelsleden, hierin was namelijk voorzien, zo stelden zij wat raadselachtig.
Ik vroeg mij af of er dan iets zou zijn opgenomen in de secundaire arbeidsvoorwaarden, bijvoorbeeld een bepaling dat de maximale staartijd 4 uur per week mag bedragen.
En hoe zou je dit meten, dacht ik vervolgens? Ik zag op elk bureau wel een voorwerp staan dat mij deed denken aan een gedateerde schaakklok, wellicht afdankertjes uit oude Hoogovenschaaktoernooien. Zou de maximale staartijd hiermee vastgelegd worden?
Er ontspon zich vervolgens een plezierig gesprek met de stagiaire en haar mentor, alle klassiekers als tussentijdse evaluaties, competenties alsmede de stagespecifieke opdracht trokken voorbij.
En al spoedig dacht ik ach, ik geef haar die punt aftrek maar weer terug.
Direct na kennisgemaakt te hebben met de bedrijfsmentor van de stagiaire had deze mij trouwens nog wel toevertrouwd niets met de Randstad te hebben en na haar werk zo snel mogelijk af te reizen naar haar geliefde Brabant.
Toen ik haar vertelde uit Amsterdam te komen werd ik aanvankelijk als een verdacht pakketje bekeken, maar die indruk trok gelukkig snel bij.
Tevreden nam ik afscheid van de dames en reden we vervolgens richting het centrum van de stad. Op de Vismarkt gezeten aan een smakelijke lunch en onder de indruk van het enorme standbeeld dat is opgericht voor de gebroeders de Witt.
Op weg naar huis konden we slechts concluderen: “Dordt is bij nader inzien geen Doolhof, maar Dordt Deugt”! Ik vroeg me wel af:
“Zou het stagebureau van het NTI nu echt denken dat dit werken is “?