scroll

Associate degree Bedrijfskunde

1 Welkom!

Welkom bij de proefles van de opleiding Associate degree Bedrijfskunde. Door het doen van deze proefles krijg je meer inzicht in wat je kunt verwachten van het studeren bij NTI. Wij vinden het belangrijk dat jij een weloverwogen studiekeuze maakt. In deze proefles duik je in de lesstof en zie je hoe het lesmateriaal eruitziet. Natuurlijk kunnen we in deze proefles maar een heel klein gedeelte van de lesstof behandelen, we hopen dan ook dat dit onderwerp je aanspreekt ;-). Tijdens het doornemen van de lesstof kun je jouw kennis gelijk testen met de meerkeuzevragen! 

Succes met de proefles!

2 Proefles Associate degree Bedrijfskunde

Inleiding

De Associate degree Bedrijfskunde is opgebouwd uit verschillende modules. We geven je met deze proefles een kijkje in twee modules van de opleiding:

  • Module 1: Bedrijfskunde in de praktijk (introductievideo)
  • Module 2: Bedrijfseconomische aspecten (theorie + vragen)

Je start zo direct met een kennisclip. Vervolgens lees je een deel van het lesmateriaal. Na het bekijken van de lesstof kun je jezelf testen door vragen te beantwoorden.

Start proefles

Module 1: Bedrijfskunde in de praktijk

De onderstaande kennisclip geeft je een introductie in de module Bedrijfskunde in de praktijk.

Waar of niet waar? Deze opleiding behandelt alleen theoretische kennis uit het vakgebied.

Module 2: Bedrijfseconomische aspecten

Lesmateriaal: Bedrijfseconomie in de praktijk. Bakker, J., & Houten, T. van. (2018)

Definities van bedrijfseconomische begrippen

In dit boek staat het vakgebied bedrijfseconomie centraal. Voor een bedrijfskundige is dit een heel belangrijk vakgebied, want uiteindelijk gaat het erom dat een organisatie een bron van inkomsten is én blijft voor de stakeholders. Stakeholders zijn de belanghebbenden van de organisatie, zoals de eigenaren of aandeelhouders, het personeel, de klanten, de banken en de leveranciers. Dat geldt niet alleen voor profitorganisaties, maar ook voor organisaties die geen winstdoel hebben, zoals verenigingen, stichtingen of de overheid. Want iedere organisatie die meer geld uitgeeft dan er binnenkomt, komt in de problemen. Misschien kan de organisatie eerst nog wat interen op reserves of geld lenen bij banken, maar op een gegeven moment houdt het op. Dan moeten er mensen ontslagen worden of gaat zelfs de hele organisatie failliet.

De bedrijfseconomie heeft als doel bij te dragen aan de financiële gezondheid van alle betrokkenen bij de organisatie. Zij doet dit op vier deelgebieden.

  • Bedrijfsadministratie, die zich vooral bezighoudt met (financiële) gegevens registreren.
  • Financial accounting of externe verslaggeving, die zich vooral bezighoudt met externe betrokkenen informeren.
  • Management accounting of interne verslaggeving, die zich vooral bezighoudt met het management adviseren.
  • Finance of financiering, die zich vooral bezighoudt met het aantrekken en beheren van het vermogen van een organisatie om de gewenste activiteiten financieel te kunnen uitvoeren.

Daarnaast moet de bedrijfseconomie ervoor zorgen dat een organisatie op het juiste moment over voldoende financiële middelen beschikt en dat de risico's van de organisatie goed in kaart worden gebracht, zodat het management maatregelen kan nemen om deze risico's te vermijden, te beperken of bijvoorbeeld te verzekeren.

Waar of niet waar? De stakeholders van een organisatie zijn bijvoorbeeld aandeelhouders, investeerders en eigenaren. Klanten behoren niet tot de stakeholders van een organisatie.

1. Bedrijfsadministratie

De oorspronkelijke functie van de bedrijfseconomie was het registreren van allerlei financiële gebeurtenissen. Dat wordt boekhouden genoemd. Omdat niet alleen financiële gegevens nuttig zijn voor de bedrijfsvoering, maar ook niet-financiële (zoals ziekteverzuim of verkoopaantallen), is het vakgebied uitgebreid. Het wordt nu bedrijfsadministratie genoemd. Verantwoordelijk voor de bedrijfsadministratie is de administrateur.

2. Financial accounting (externe verslaggeving)

Aandeelhouders willen weten of de organisatie waarvan zij aandelen bezitten winstgevend is en een goed beleid voert. Zij hebben dus (financiële) informatie nodig. Die informatie moet de organisatie leveren en die informatie moet wel betrouwbaar zijn. Daarom willen de aandeelhouders dat een externe deskundige controleert of het klopt wat de organisatie meldt. Die deskundige is de (register)accountant. Deze controleert of de bezittingen, de schulden, de omzet en de kosten overeenkomen met wat de organisatie zegt. Dat lukt meestal niet tot op de euro nauwkeurig (probeer voor een groot bedrijf als AkzoNobel maar eens precies aan te geven wat de waarde is van het kantoormeubilair dat ze hebben), maar het moet in elk geval redelijk in de buurt komen. Dan wordt van een getrouw beeld van de werkelijkheid gesproken.

Waar of niet waar? Boekhouden en bedrijfsadministratie is hetzelfde.

Overigens zijn het niet alleen aandeelhouders die willen weten hoe de organisatie ervoor staat en wat zij gedaan heeft, ook anderen vinden dat erg belangrijk. Zo is de overheid zeer benieuwd of organisaties die zij gesubsidieerd heeft wel verantwoord met dat geld omgaan. Banken willen weten of de organisatie goed draait, want aan slecht functionerende organisaties geven ze geen extra leningen. Ook klanten en leveranciers zijn erg benieuwd naar de financiële gezondheid. U koopt niet graag een duur softwarepakket van een bedrijf dat op de rand van een faillissement staat, want de kans op nieuwe updates is dan klein. Dat kan uw organisatie in grote problemen brengen. En leveranciers zullen niet aan een organisatie willen leveren die in financiële problemen verkeert, want dan is de kans op wanbetaling groot. Rechtspersonen zijn daarom verplicht een jaarverslag te publiceren. Dit doen ze door het te deponeren bij de Kamer van Koophandel.

De registeraccountant die een uitspraak moet doen over de juistheid van de informatie die een organisatie naar buiten brengt, heeft normen nodig om die informatie te kunnen beoordelen en controleren. Hier volgen twee voorbeelden om duidelijk te maken dat een registeraccountant niet zonder normen kan.

1. Computers

Nu het slechter gaat met de economie kan een directeur van een organisatie zeggen: 'Ik schrijf mijn computers af in zeven in plaats van vijf jaar. Dan zijn de afschrijvingskosten lager en is de winst dus hoger.'

De registeraccountant zal bij de controle aangeven dat dit niet is toegestaan: de norm is vijf jaar. Deze hogere winst geeft dan namelijk geen goed beeld van de werkelijkheid.

2. Kantoorpand

Een bouwbedrijf ontvangt eind 2018 een order voor de bouw van een kantoorpand. De bouw begint eind mei 2019 en het pand wordt opgeleverd in januari 2020. De directeur van het bedrijf wil alvast deze toekomstige omzet verantwoorden in 2018, zodat hij een goed jaar kan laten zien.

De registeraccountant zal bij de controle aangeven dat dit niet is toegestaan, want de norm is dat de omzet wordt verantwoord in het jaar dat de organisatie deze daadwerkelijk realiseert. In dit geval of in z'n geheel bij oplevering in 2020 of fasegewijs als delen van het pand gebouwd zijn in 2019.

 

Vandaar dat er allerlei (wettelijke) richtlijnen zijn waaraan de door de organisatie opgestelde informatie moet voldoen. Veel grote beursgenoteerde ondernemingen moeten voldoen aan de zogeheten International Financial Reporting Standards (IFRS) en voor andere organisaties gelden richtlijnen die bijvoorbeeld in het Burgerlijk Wetboek staan vermeld. De registeraccountant controleert of dat goed gebeurd is en als dat zo is, zet hij zijn handtekening onder de goedkeurende verklaring. Maar de enige informatie die hij kan controleren, is informatie over het verleden. Immers, over toekomstige zaken kan hij niet vertellen dat ze ook daadwerkelijk juist zijn. Een accountant controleert dus in het voorjaar het jaarverslag door vast te stellen of de registratie over het afgelopen jaar voldoet aan de wettelijke eisen.

3. Management accounting (interne verslaggeving)

Het management van de organisatie wordt met veel complexe vraagstukken geconfronteerd. Welke prijzen moeten we voor onze eindproducten vragen? Is het verstandig om in een nieuwe machine te investeren? Is onze distributie efficiënt? Bij al die vraagstukken spelen tal van factoren een rol. Een van die factoren - en zeker niet de minst belangrijke - is het financiële aspect.

Het management heeft behoefte aan ondersteuning bij financieel-economische beslissingen, aan signalen over en analyses van financieel-economische ontwikkelingen en aan gevraagd en ongevraagd advies daarover. Binnen de bedrijfseconomie heeft het onderdeel management accounting een groot aantal instrumenten ter beschikking om kansen en bedreigingen te signaleren, problemen en verschillende beleidsopties te analyseren en managers (gevraagd en ongevraagd) van advies te dienen. Voorbeelden van dergelijke instrumenten zijn kostprijsberekeningen en budgetten. Het zijn met name de controller en de assistent-controllers die gespecialiseerd zijn in management accounting.

De managers van de diverse onderdelen van de waardeketen en die van de ondersteunende afdelingen worden in bedrijfseconomische aangelegenheden ondersteund door de controller en diens assistenten. De controller kan dus worden beschouwd als een intern financieel adviseur. In sommige organisaties heeft de controller daarnaast nog een andere rol, namelijk die van 'corporate policeman'. Namens het hoger management controleert de controller dan of beslissingen die het midden-en lager management neemt in het belang van de organisatie zijn.

4. Finance (financiering)

Het vierde en laatste deelgebied van de bedrijfseconomie is de financiering van de organisatie. Het gaat daarbij om het aantrekken en beheren van vermogen. Een organisatie moet weten hoeveel geld er nodig is om bijvoorbeeld de groei die de organisatie nastreeft te bekostigen. Dit wordt het bepalen van de vermogensbehoefte genoemd. Vervolgens moet het management een keuze maken waar het vermogen aangetrokken wordt. Dat kan bij aandeelhouders of bij banken.

Het aantrekken en beheren van vermogen valt onder het deelgebied:

Aandeelhouders en banken

Het vaststellen van de bronnen van het vermogen is erg belangrijk. Wordt het benodigde geld opgehaald bij (nieuwe) aandeelhouders, dan verandert dat de zeggenschap in de organisatie. Want aandeelhouders zijn eigenaren. Daarnaast delen ze in de winst, wat misschien betekent dat de huidige eigenaren de eerste jaren minder winst' uitgekeerd krijgen. Er moet eerst geld geïnvesteerd worden voordat er winst gemaakt wordt. Daar kan een paar jaar tussen zitten.

In plaats van bij aandeelhouders kan de organisatie het benodigde geld ook bij een bank lenen. Dat heeft weer andere consequenties: banken vragen rente over het geld. Ook vragen ze bepaalde zekerheden die de organisatie niet altijd kan of wil geven. En een lening moet worden terugbetaald, terwijl het vermogen dat de eigenaren/aandeelhouders beschikbaar stellen in principe permanent in de organisatie blijft.

Treasury

Het eenmaal aangetrokken vermogen moet beheerd worden, zodat een organisatie niet te veel en niet te weinig geld in kas heeft en niet te veel betaald aan de vergoeding voor het beschikbaar stellen van het vermogen. Dit beheren van vermogen wordt ook wel treasury genoemd en bestaat uit drie taken:

  1. creditmanagement;
  2. cashmanagement;
  3. investeringsselectie.

Creditmanagement

Creditmanagement bestaat uit het aantrekken van kortlopend vermogen. Dit is vermogen dat binnen één jaar weer terugbetaald moet worden. Het kan zijn dat een organisatie behoefte heeft aan kortlopende leningen bij een bank. Maar ook het zorgen dat klanten op tijd betalen en de leveranciers op tijd betaald worden, zijn onderdeel van het creditmanagement.

Cash management

Cashmanagement houdt zich bezig met het beheren van de geldstromen in een organisatie. Dit is belangrijk omdat organisaties failliet gaan als ze voortdurend meer geld uitgeven dan er binnenkomt. Dat is niet hetzelfde als verlies maken. Een organisatie die een nieuw medicijn ontwikkelt, doet soms jarenlang onderzoek zonder iets te verkopen. Zolang de eigenaren en de banken geloven dat het nieuwe medicijn succes zal hebben, zullen ze bereid zijn geld ter beschikking te stellen waarmee het onderzoekspersoneel en de leveranciers betaald kunnen worden. Aan de andere kant kan een bouwbedrijf dat jarenlang winstgevend was, toch failliet gaan als het niet over voldoende liquide middelen (= geld) beschikt om het personeel en de leveranciers te betalen.

Investeringsselectie

Ook investeringsselectie is een onderdeel van het vakgebied financiering. Met investeringsselectie wordt het doorrekenen van de financiële aspecten van een mogelijke nieuwe investering bedoeld (bijvoorbeeld van een nieuwe machine of een nieuw gebouw). Daar zitten veel haken en ogen aan. Een nieuwe machine levert pas na verloop van tijd geld op, maar meestal moet de organisatie al meteen een flink bedrag betalen om die machine te kopen. Hoe kan ze die uitgaven en ontvangsten goed met elkaar vergelijken? Binnen de bedrijfseconomie zijn technieken ontwikkeld om dat mogelijk te maken. Overigens, ook bij investeringsselectie spelen niet-financiële aspecten weer een belangrijke rol. Zo zorgt de aanschaf van tablets voor monteurs in de buitendienst voor kostenbesparing door tijdwinst en ook voor een hogere medewerkerstevredenheid. Een goede controller zal daar zeker op wijzen in zijn advies.

Waar of niet waar? Creditmanagement houdt zich bezig met de geldstromen binnen een organisatie. 

Resultatenrekening

De resultatenrekening is een overzicht van de opbrengsten en kosten over een bepaalde periode. Het verschil tussen de opbrengsten en de kosten is het resultaat van de organisatie over die bepaalde periode. Dit resultaat kan positief of negatief zijn; in het eerste geval spreekt men over winst, in het tweede over verlies. De resultatenrekening wordt dan ook wel winst-en-verliesrekening of exploitatierekening genoemd. De Nederlandse wet formuleert het als volgt (artikel 362, lid 3, Boek 2 BW):

'De winst- en verliesrekening met de toelichting geeft getrouw, duidelijk en stelselmatig de grootte van het resultaat van het boekjaar en zijn afleiding uit de posten van baten en lasten weer.'

Doel is inzicht geven

Het voornaamste doel van een resultatenrekening is inzicht bieden in de oorzaken van veranderingen van het eigen vermogen als gevolg van het uitvoeren van bedrijfsactiviteiten. Daarbij gaat het dus niet om wijzigingen in het eigen vermogen als gevolg van het uitgeven van nieuwe aandelen. De resultatenrekening is daarmee een specificatie van de verandering van het eigen vermogen, zijnde het resultaat, over een bepaalde periode. Deze specificatie is in de eerste plaats interessant voor de eigenaren. Hun vergoeding voor het beschikbaar stellen van vermogen wordt immers bepaald door het resultaat.

Weergave van een periode

Het is belangrijk te weten dat 'resultaat' een stroomgrootheid is. Een resultaat heeft altijd betrekking op een bepaalde periode. Dit in tegenstelling tot een balans, die een momentopname is. Het is dan ook verplicht om boven een resultatenrekening te vermelden voor welke periode zij geldt. Die periode kan een uur, dag, week, maand, kwartaal of jaar zijn. Welke periode een organisatie kiest, is afhankelijk van het doel van de resultatenrekening. Zo zal een resultatenrekening in een jaarrekening van een drukkerij betrekking hebben op het betreffende boekjaar, maar zal een restaurantmanager aan het einde van de avond een uitdraai met de dagomzet uit de kassa halen om een indruk te krijgen van het resultaat van die dag.

De meest primaire indeling van een resultatenrekening is:

Opbrengsten
Kosten              -/-
Resultaat

Dit is het einde van het lesstof-gedeelte van de proefles. Hopelijk heb je hiermee een goed beeld gekregen van het lesmateriaal van de opleiding. Naast de literatuur studeer je bij NTI ook met allerlei online studietools. Wil je hier meer over weten? Scroll dan snel verder naar "Studeren bij NTI"!

3 Studeren bij NTI

FlexibelStuderen® doe je bij NTI

Ben jij een vroege vogel, of duik jij liever ‘s avonds laat de boeken in? Met de flexibele opleidingen van NTI kan iedereen, overal studeren. Je kiest zelf je startmoment en bepaalt je eigen tempo. Je krijgt les van topdocenten en wordt tijdens je opleiding begeleid door een mentor. Met jouw online leeromgeving en échte studieboeken studeer je op jouw manier. FlexibelStuderen® doe je bij NTI.

Studietools

Bij NTI gebruik je, afhankelijk van je opleiding, verschillende studietools. Zo ga je aan de slag in de online leeromgeving, gebruik je jouw Mijn NTI en werk je met studieboeken.

Demo online leeromgeving

De online leeromgeving is beschikbaar waar en wanneer je wilt en geeft jou alle benodigde tools tijdens jouw studie. Om een indruk te krijgen van de online leeromgeving kun je een gratis demo volgen. Hier leggen we overzichtelijk uit welke handige hulpmiddelen er tijdens het studeren voor jou klaar staan.

Ben je benieuwd hoe onze online leeromgeving eruit ziet?

Neem een kijkje in de gratis demo

Daarom FlexibelStuderen®:

  1. Erkende opleidingen, bekende naam
  2. Studeren met veel persoonlijk contact
  3. Voordelig studeren, transparant over kosten
  4. Studeren op jouw moment en jouw manier
  5. Overal studeren met onze online leeromgeving
  6. Persoonlijke begeleiding door mentoren en ervaren docenten
  7. Werkgevers zijn snel overtuigd

Direct inschrijven

Wij zijn trots op onze studenten

Studenten van NTI zijn geen doorsnee studenten. Ze volgen een studie naast hun volle leven; hun baan, gezin, hobby’s en vrienden. Ze bepalen hun eigen weg, gaan ook buiten de gebaande paden en studeren op de raarste momenten en vreemdste plekken. Het zijn doorzetters, vol motivatie. Omdat ze hun droom volgen, stappen zetten, de regie in eigen hand nemen. Ze mogen trots op zichzelf zijn. Wij zijn het in ieder geval.

Lees hier de verhalen van onze studenten

Wat is jouw volgende stap?

We denken graag verder met je mee! Het starten van een studie is spannend en roept misschien nog wel meer vragen op. Maar wist je dat iets nieuws leren ook bijdraagt aan je levensgeluk? Je verder ontwikkelen is bovendien goed voor je zelfvertrouwen en je hebt natuurlijk aan de eettafel weer iets te vertellen ;-)

Klaar om te beginnen?

Schrijf je nu in

Heb je na het doen van deze proefles nog vragen? Of zijn er dingen waar je over twijfelt? Onze studieadviseurs geven je geheel vrijblijvend een persoonlijk studieadvies en beantwoorden al je vragen.

5 Ervaringen

Wat vinden onze eigen studenten van hun opleiding?

Bij NTI streven we naar kwalitatief goed onderwijs dat voor iedereen bereikbaar is. En wie kan dit beter beoordelen dan onze eigen studenten?

Chantal, 47 jaar

5star reviews

"Dit is mijn 2de studie bij de NTI en ik ben nog steeds enthousiast! Er is veel verbeterd vergeleken met mijn eerste studie en het is heel duidelijk wat je wanneer moet doen. Verder heb je veel vrijheid om zelf je tempo te bepalen en is de leerstof duidelijk aangegeven in de meeste boeken. Ik kan studeren bij de NTI van harte aanbevelen!" 

Rick

5star reviews

"Prima opleiding! Het niveau is niet te moeilijk, je kunt er lekker snel doorheen werken. Ik vind de stages die erbij horen erg leuk.. zo leer je direct in de praktijk. Over het NTI zelf, ik zou ze zeker aanraden. Contact verloopt netjes en snel, bij vragen regelen ze vrijwel direct alles voor je. Top!" 

Irene

4star.png

"Een goede ervaring over het algemeen. Het thuis studeren bevalt me erg goed en ik vind het prettig dat ik de vrijheid heb om mijn studie zo in te delen zoals het voor mij goed uitkomt."

Sabine

Foodblogster Sabine volgt de HBO Bachelor Toegepaste Psychologie naast haar blog OhMyFoodness